Geen nieuws.
zie ook Oorlogsdagboeken Rafael Waterschoot wereldoorlog 1914 1918
tot en met 31-08-2017 geen gedichtenblog
tot en met 24-08-1917 geen nieuws overgeschreven uit NRC
verordeningen
No. 383. – 22. AUGUSTUS 1917.
Verordening **m over de inbeslagneming en den hande! in gemaakt« klederen, verbandstofien en andere weelsels. Voorwerpen die onder toepassing van de Verordening vallen.
Art, 1. De stapels voorwerpen van hieronder aangeduide soort die op den dag van de afkondiging van deze Verordening (jpToefdag) binnen het gebied van het Generalgoevernemt voorhanden zijn, weten overeenkomstig ondifrtkumae voorschrifien worden aangegeven :
1) Zover meer dan 2 stuks van een zelfde hoedanigheid voorhanden zijn, zonder onderscheid van afmetingenf kleur, tekening, snede en maaksel :
a) Gemaakte bovenklederen voor heren, van om het even welke soort en uit om het even welke stof, met ten minste 76 cm. schouderbreedte zoals kostumes jassen en jacquetten, buizen, rokken (redingotes), vesten, broeken, overjassen (paletots en ulsters).
b) Gemaakte klederen voor werklieden, zoals opstellersklederen, vesten, jassen, mantels, kielen, broeken, uit om het even welke stof.
c) Voorschoten voor werklieden. van om het even welke soort.
2) Zover meer dan 2 stuks van elke soort voorhanden zijn, van om het even welke stof en hoedanigheid en zonder onderscheid van afmetingen, kleur, tekening, snede en maaksel. Uniformkledingstukken, van om het even welke soort, zooals wapenrokken, litevka’s, broeken, rijbroeken, mantels en livreiën.
3) Verbandstoffen: Neteldoek voor verhanden, plukselproppen, verbandgaas en zwachtels van om het even welke soort, zonder onderscheid van lengte, breedte, verpakking, en om het even of deze stoffen al dan niet verwerkt zijn (op een bepaalde grote gesneden, gedrenkt of toebereid), zover van dezelfde hoedanigheid meer dan 100 meter, bij een breedte van ten minste 100 centimeter, en meer dan 200 meter, hij een kleinere breedte voorhanden zijn. Bij de aangifte van gedrenkte en toébereide verbandstoffen, dient eveneens te worden vermeld, waarmede die voorwerpen gedrenkt of toebereid zijn.
4) Dekens en lakens, van om het even welke soort, zover die niet reeds door vroegere Verordeningen getroffen zijn, tafelklederen, tafelloojpers, schaamschorteny beddekleederen en gestikte bedspreien (gewatteerde, enz), van bepaalde ajmeiingeny uitgesneden, gezoomd of anderszins afgegezet of van franjes voorzien er hij hegrepen zoover meer dan 15 stuks van iedere soort voorhanden zijn ; voor zakdoeken, hoofddoeken, halsdoeken en schaam schorten, zover meer dan 30 stuks voorhanden zijn, zonder onderscheid van afmetingen, kleur en tekening
5) Bedovertrekken, van om het even welke soort zooalsfluwijnen,overtrekken van peluwen van donzen dekbedden, gewatteerde dekens, enz. zover meer dan 15 stuks van een zelfde hoedanigheid voorhanden zijn, zonder onderscheid van afmetingen, kleur en tekening.
6) Gordijnen met dichtgeweven mazen, rolgordijnen, bovengordijnen, draperijen van om het even welke soort, van bepaalde afmetingen, grote, gesneden, enz., wanneer meer dan 6 stuks van eenzelfde hoedanigheid voorhanden zijn, zonder onderscheid van afmetingen, kleur en tekening. Voorwerpen, die niet onder toepassing van de Verordening vallen.
Art. 2. Evenals voor de kleinste hoeveelheden, aangegeven in artikel l,is de Verordening ook niet toepasselijk op de voorwerpen die het eigendom uitmaken van bijzonderen en tot hun persoonlijk gebruik onontbeerlijk zijn, of die na den proefdag, binnen de perken van de kleinste hoeveelheden, vervaardigd worden op bestelling van een bijzondere voor zijn persoonlijk gebruik. Hetzelfde geldt ook voor de voorwerpen, die in openbare of bijzondere inrichtingen, inzonderheid in çasu huizen alsook in gasthoven, pensions, kostscholen, naefUneMijven, en., in gebruik zijn, zover zij voor de rechtmatige voort- 1 zetting van het bedrijf onontbeerlijk zijn. Wanneer echter na den proefdag dergelijke voorwerpen worden aangeschaft is daarvan in ieder geval aangifte te doen overeenkomstig artikel 8. Personen die onder toepassing van de Verordening vallen.
Art. 3. Alle natuurlijke personen en rechtspersonen, verenigingen van privaatrechtelijke en openbaarrechtelijke natuur, handels- en nijverheidsbedrijven met inbegrip van de apotheken, alsook de bedrijven en inrichtingen van Staat, gemeenten en kerk die de in artikel 1 bedoelde waren voortbrengen, verwerken of anderszins in bewaring hébben zijn verplicht deze aan te geven, om het even of zij er al dan niet de eigenaars van zijn of het recht hebben er over te beschikken. Voor de handelingen van privaatrechtélijke of openbaarrechtelijke personen zijn de wettelijke vertegenwoordigers verantwoordelijk. Aangifte van de voorhanden hoeveelheden.
Art. 4. De aangifte moet op de daartoe bestemde kaart van aangifte ten laatste op 5 September 1917 gedaan zijn hij het ,,Militarisches Textiïbeschaffungsamt”, Quatre- Brasstraat 13, te Brussel; als maatstaf voor de aangifte geldt de hoeveelheid die op den proefdag voorhanden is. De kaarten van aangifte zijn op gemeld kantoor of hij den bevoegden Kreischef of „Abschnittskoinmandeur” te verkrijgen ; zij moeten op zulke wijze worden ingevuld dat zij een overzicht geven van een soort en de hoeveelheid van de voorhanden voorwerpen.’ Bij de aangifte van de in artikel 1, cijfers 3 tot 6, opgesomde waarde, moet een staal worden gevoegd. Al de aanvragen en verzoeken aangaande de Verordening, zijn eveneens hij het „Militariches Textilbeschaffungsambt te Brussel in te dienen. Bepalingen betreffende het aankopen.l
Art. 5. Het Militarisches TextUbeschaffungsambt heeft het recht de aan te geven waren op te kopen tegen den prijs die(op 25 Juli 1914 in België gebruikelijk was vermeerderd met een bijslag van 20 tot 60%. Komt geen onderhandse aankoop tot stand, dan kunnen de betrokken waren onteigend worden. In dat geval bekomt de afleveraar een ontvangstbewijs en wordt de schadeloosstelling vastgesteld door de Rijkskommissie tot regeling van de schadeloosstellingen {Reichsentschàdigungskommission), Bewaring en gebruik van de voorwerpen.l
Art. 6, Afgezien van den verkoop aan het Militarisches Textiîbeschaffungsambt mag slechts het tiende deel van de aan te geven waren van de hand gedaan worden, doch slechts op voorwaarde dat te voren de in artikel 7 voorgeschreven schikkingen getroffen zijn. Overigens is het door het feit van de inbeslagneming verboden over de voorwerpen, die niet van de hand mogen worden gedaan, op enige wijze rechtszakelijk te beschikken of ze op om het even welke wijze te vervoeren, te benuttigen of te wijzigen. De bezitters zijn verplicht, die voorwerpen zorgvuldig te bewaren en behoorlijk te behandelen. Boekhouding en afzonderlijke berging van de voorwerpen.l
Art. 7. leder persoon, die verplicht is aangifte te doen, moet een zakenboek houden over al de waren van de in artikel 1 aangegeven soort,ook wanneer hij er niet meer van bezit dan de vastgestelde kleinste hoeveelheden, en wel zodanig, dat daarin al de hij hem voorhanden zijnde voorwerpen, om het even of zij al dan niet aan te geven zijn, kunnen worden nagegaan. Elke wijziging van de voorhanden hoeveelheden, alsook de wijze van verbruik, moet in het zakenboek vermeld staan. De voorwerpen, die niet van de hand mogen worden gedaan zijn, als zodanig kenbaar gemaakt, van de vrije voorraden afgezonderd te bewaren. De lasthebbers van de militaire en de burgerlijke overheden hebben het recht, de zakenhoeken, de zakenpapieren en bewaarplaatsen te onderzoeken, om zich te vergewissen dat de voorschriften nagekomen worden. Aangiften die naderhand te doen zijn.l
Art. 8. Al de waren van de in artikel 1 bedoelde soort, die na den proefdag vervaardigd of toebereid worden, ook wanneer de hoeveelheid niet groter is dan de vastgestelde kleinste hoeveelheid, moeten zonder onderscheid den eersten van de volgende maand en, voor de eerste maal, op 1 October 1917, aangegeven worden door den vervaardiger en den opdrachtgever en door degene die de voorwerpen in magazijn of in bewaring neemt. Zij zijn onderworpen aan dezelfde bepalingen als de voorwerpen, die ojp den proefdag reeds vervaardigd waren. Ongeldigheid van vroegere vrijverklaringen.l
Art. 9. De verplichtingen, door deze Verordening opgelegd, blijven ook dan bestaan, wanneer de voorwerpen, waar- OP deze Verordening toepasselijk is, vervaardigd zijn of vervaardigd worden uit grondstoffen, afval, afgewerkte of half afgewerkte fabricaten, die op grond van vroegere Verordeningen of beschikkingen vrijverklaard werden. Strafbepalingen.l
Art. 10, Wie de voorschriften van deze Verordening opzettelijk of uit nalatigheid overtreedt, wordt, zover een andere strafwet geen zwaarder straf voorziet, met ten hoogste 2 jaar gevangenis en met ten hoogste 25.000 mark boete of met één van deze straffen gestraft. Bovendien kan in al de gevallen de verbeurdverklaringen uitgesproken worden van de voorwerpen waarop de strafbare handeling betrekking heeft; in geval van opzettelijke overtreding, moet de verbeurdverklaring steeds worden uitgesproken. Overigens gelden de voorschriften van de Verordening van 17 juni 1917 houdende uitbreiding van de strafbepalingen der in verband met de oorlogsekonomie uitgevaardigd de Verordeningen. De Duitse krijgsrechtbanken en krijgsbevelhebbers zijn tot oordeelvellen bevoegd.l
Art. 11. De voorschriften van artikelen 5, 6, 7, lid 2 en lid 3, 8, 2de zin, en 10, lidl,2de zin, van deze Verordening, zijn niet toepasselijk op de waren, waarvan bewezen kan worden dat zij, op den proefdag, het eigendom uitmaakten van de . Commission for Relief in Belgium of van het „Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit. Brussel, den 31n Juli 1917. No. 383. – 22. AUGUST 1917. Bekendmaking betreffende de liquidatie van Britse ondernemingen. Met toestemming van den heer Generalgouvemeur in België, heb ifc, overeenkomstig de Verordening van 29 Augustus 1916, over de likividaties van Britse ondernemingen verschenen in No. 253 van 13 September 1916 van het Wet en Verordeningshlad voor de bezette streken van België), de liquidatie bevolen van het in België voorhanden zijnde vermogen van de firma Conrad Ww. Schmidt (F. A. Glaeser) Ltd, Stratford, Londen. De heer J. Welker, krijgsschool te Brussel, is tot likwidator benoemd. De likwidator verstrekt nadere inlchtingen. Brussel, den 15n AUGUSTUS 1917.*
geen nieuwe affiches uit de collectie KOKW (zal iets voor september zijn)
Monument kamp van Hameln