30 september 1916 zaterdag Sint Niklaas

J.Lentacker trekt 60 frank voor de maand September voor zijn zoon Edmond in de Nationale bank, van den staat.
Leonie Lentacker verdient 5,00 fr deze week op de fabriek.

zie ook http://www.oorlogsdagboek.org

niets overgeschreven uit NRC

5. In de onderlinge dienstbetrekkingen der bestuursoverheden en ambtenaren van den Staat binnen het Vlaams gedeelte van het General-gouvernement, moet de Vlaamse taal gebruikt worden. Voor Groot- Brussel is de bepaling onder nr. 4, lid 2, op bedoelde dienstbetrekkingen van toepassing. In de dienstbetrekkingen der Ministeries en andere middenbesturen te Brussel met de onmiddellijk onder hen staande overheden in het Vlaams gedeelte van het Generalgouvernement, mag tot 1 Januari 1917 de Vlaamse of de Franse taal gebruikt worden. Van dat tijdstip af moeten ook deze dienstbetrekkingen uitsluitend in de Vlaamse taal gevoerd worden. Dit geldt nu reeds voor de dienstbetrekkingen der Ministeries met al de onmiddellijk onder hen staande overheden en ambtenaren binnen het gebied van het Generalgouvernement, die in hun hetrekkingen met de Ministeries de Vlaamse taal gebruiken.

6. In het Vlaams gedeelte van het Generalgouvernement, moet de Vlaamse taal hij de inwendige dienstbetrekkingen van elke overheid worden gebruikt. Dit geldt niet voor den inwendigen dienst der bestuursoverheden van den Staat in Groot-Brussel.

7. De bepalingen onder nrs. 1—6 zijn ook van toepassing, zoverre voor de schriftelijke betrekkingen der overheden formulieren gebruikt worden. De voorhanden stapels Franse formulieren mogen tot 1 Januari 1917 binnen het gebied van het Generalgouvernement veder worden gebruikt, ook indien zij met deze voorschriften niet overeenstemmen. Volgens mijn nadere bevelen zullen zij echter in het Vlaams gedeelte van het Generalgouvernement nu reeds geleidelijk verwijderd en voor de betrekkingen met de Waalse provinciën gebuikt worden tot zij uitgeput zijn. Bij elken nieuwen druk van formulieren moet de tekst ervan mijnen Generalreferenten ter goedkeuring worden voorgelegd.
Ik behoud mij het recht voor, omtrent de andere binnen de afzonderlijke diensttakken in gebruik zijnde formulieren (kasboeken, registers, enz.) bijzondere maatregelen te nemen, evenals in bijzondere gevallen uitzonderingen op bovenstaande bepaling toe te laten.

8. Naar den geest van de wet van 18 April 1898, moeten alle gedrukte of door enig ander mechanisch of scheikundig middel vermenigvuldigde ambtelijke omzendbrieven, in het Vlaams gedeelte van het Generalgouvernement in het Vlaams opgesteld zijn. Een Franse vertaling mag er aan toegevoegd worden. Alle bekendmakingen en mededelingen, die de overheden en de ambtenaren tot de bevolking richten, moeten in het Vlaamse land in het Vlaams opgesteld zijn. Een Franse vertaling mag er aan toegevoegd worden, wanneer daartoe dringende behoefte bestaat. Dit is namelijk het geval in de gemeenten waar een aanzienlijk deel der inwoners de Vlaamse taal niet machtig is. Daarentegen mogen wetenschappelijke en statistische uitgaven der Ministeries, die doorloopend het licht zien en, die tot nu toe uitsluitend in het Frans uitgegeven werden, zoverre er geen vertverven of verliezen van rechten uit voortvloeit, tot den In Januari 1917 nog verder uitsluitend in het Frans verschijnen.

afbeelding uit la Baïonnette september 1916

29 september 1916 vrijdag, Sint Niklaas

Mama gaat naar Antwerpen (onderlijnd) Albert betert.
Ze koopt een boekje kaartjes van 14 fr. voor de reis Antwerpen Sint Nikolaas, zoo ene reis kost dan 1,40 fr heen en weêr anders 3,50 fr voor een gewone koupon.

zie ook http://www.oorlogsdagboek.org

niets overgeschreven uit NRC

No. 253. — 13. SEPTEMBER 1916. 439

Dienstbevel over het gebruik van de Duitse en de Vlaamse taal in de dienstbetrekkingen van de Belgische bestuursoverheden van den Staat (in uitvoering der wet van 22 Mei 1878). Ik breng onderstaand dienstbevel ter kennis, en vestig er de aandacht op, dat het voorlopig voor de gemeentebesturen in de Vlaamse en Duitse gewesten niet toepasselijk is gemaakt, in de verwachting dat bedoelde gemeentebesturen, waar dit nog niet het geval mocht mijn, voortaan uit zijn eigen beweging aan de moedertaal der bevolking, zoals het behoort, ook in de ambtelijke betrekkingen de haar toekomende plaats zullen toekennen.
Voor de gerechtelijke overheden blijven de bepalingen der wet van 3 Mei 1889, gewijzigd bij koninklijke besluit van 31 Mei 1891 van toepassing. Ik verwacht dat deze bepalingen eveneens stipt zullen worden nageleefd.

I. Voorschriften over het gebruik der Vlaamse taal.
1. Tot het Vlaamse land in den zin van dit dienstbevel behoren:
a) de provinciën Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg en, binnen de provincie Brabant, de arrondissementen Brussel en Leuven;
b) in de provincie Luik de gemeenten: Attenhoven Auhel, Elisem, Laar, Landen, Moelingen, Neerhespen, Neerlanden, Neerwinden, Overhespen, Overwinden, Remersdaal, Roost-Krenwik, Rumsdorp, ‘s-Graven- Voeren, Sint-Pieters-Voeren, Teuven, Waasmond, Wals-Houthem, Walshets, Wange, Wezeren;
c) in de provincie Henegouw de gemeenten: Bever, Edingen, Everbeek, Lettelingen, Mark, Sint Pieters- Kapelle.

2. De voorschriften uitgevaardigd voor de bestuursoverheden van den Staat in de niet tot het Generalgouvernement behorende bezette gedeelten der provinciën West- en Oost-Vlaanderen (Operatie- en Etappengebied) worden hierbij niet gewijzigd. Overeenkomstig deze voorschriften moet in het Vlaamse land voor de schriftelijke betrekkingen in den inwendigen dienst van elk bestuur, alsook met de bestuursoverheden van den Staat, het Vlaams worden verbruikt. Elk schrijven, tot de middenbesturen gericht, moet uitsluitend in de Vlaamse taal opgesteld zijn.

3. Al de bestuursoverheden en ambtenaren van den Staat, die binnen het tot het General-gouvernement behorende Vlaamse land gevestigd zijn, moeten uitsluitend in het Vlaams schrijven aan overheden, gemeenten en bijzonderen binnen het Operatie- en Etappengebied

4. De bestuursoverheden en ambtenaren van den Staat, wier ambtsomschrijving geheel of gedeeltelijk binnen het Vlaamse gedeelte van het Generalgouvernement ligt, moeten in hun schriftelijke betrekkingen met gemeenten en bijzonderen binnen dat gebied, de Vlaamse taal gebruiken, tenzij de bestemmeling om een Frans antwoord verzocht of zelf in het Frans geschreven heeft. Verblijft d afzender zowel als de bestemmeling binnen Groot-Brussel, zo mogen de schriftelijke betrekkingen in het Vlaams of in het Frans geschieden; zij moeten in het Vlaams gevoerd worden, wanneer de bestemmeling daarom verzocht of zelf in het Vlaams geschreven heeft.

Tot het gebied Groot-Brussel behoren de gemeenten: Anderlecht-Kuregem, Brussel, Etterbeek, Elsene, Sint-Gillis, Sint-Pieters-Jette, Sint-Joost-ten-Noode, Koekelberg, Laken, Sint-Jans-Molenheek, Schaarbeek, Ukkel, Vorst.

28 september 1916 donderdag. Sint Niklaas

Geen nieuws.

zie ook http://www.oorlogsdagboeken.org

niets overgeschreven uit NRC

vervolg verordening Engelse bedrijven
§ 4. De liquidator kan, in strijd met de voorschriften der Verordening van 3 november 1914, betrekkelijk verbod van betaling tegen Engeland, eisen dat de aangegane verbintenissen worden nagekomen; het verbod van betaling en het uitstel lopen ten einde één maand na dat de liquidator het nakomen der verbintenissen heeft geëist. In geval het uitstel voor een wissel, waarover het protest overeenkomstig § 4, der Verordening van 3 november 1914 verlengd werd, op grond van het voorschrift van lid 1 ten einde loopt, blijven niettemin protest en verhaal op den wissel voorshands verboden. Dit voorschrift is ook op checks van toepassing.

§ 5. De beschikkingsbeperkingen van artikel 1 der Verordening van 5 Mei 1916, betreffend het vermogen van onderdanen van vijandelijke Staten, zijn op het onder liquidatie vallende vermogen niet van toepassing, in geval de beschikkingen van den liquidator uitgaan.

§ 6. Zijn zekere gegevens voor handen die toelaten oan te nemen, dat een onderneming in de categorie valt, waarover § 1 handelt, zo heeft de tot het bevelen van de liquidatie bevoegde overheid het recht,\ boeken en geschriften in te zien en van de beheerders, bezitters en bedienden, evenals van alle personen, die in staat zijn omtrent de onderneming mededelingen te doen, inlichtingen over de zakentoestanden te verlangen.

§ 7. De onderneming moet alle uit de liquidatie voortvloeiende kosten dragen. Deze kosten gelden aïs bevoorrechte schuldvorderingen. Het deel van de opbrengst der liquidatie, dat aan Britse staatsburgers toekomt, moet in bewaring worden gegeven. De overheid, die de liquidatie beveelt, kan de uitbetaling van de voor hun onderhoud vereiste bedragen toestaan aan in België wonende rechthebbenden van Brits staatsburgerschap.

§ 8. De liquidator is voor de uitvoering der hem opgedragen werkzaamheden uitsluitend tegenover den Generalgouverneur verantwoordelijk.

§ 9. Als Brits gebied in den zin dezer Verordening gelden: Groot-Brittannië en Ierland, evenals al de Britse koloniën en buitenlandse bezittingen, met uitzondering van Canada en de Zuid-Afrikaanse Unie; als Britse staatsburgers gelden de burgers dezer landen, evenals de volgens het Brits recht opgerichte rechtspersonen.

§ 10. Wie opzettelijk enen overeenkomstig deze Verordening aangestelde liquidator voorwerpen geheel of gedeeltelijk onttrekt of hij het onttrekken behulpzaam is, of wie de onder § 6 voorgeschreven inlichtingen opzettelijk niet geeft of bewust uit nalatigheid valse verklaringen doet, wordt wet ten hoogste 100.000 mark boete en ten hoogste 5 jaar gevangenis of met één van beide gestraft. De poging tot overtreding dezer Verordening is strafbaar. Bevoegd tot oordeelvellen zijn de Duitse krijgsrechtbanken en de Duitse krijgsbevelhebbers.
Brussel, den 29n Augustus 1916.

afbeelding illustrierter kriegskurier sept 1916 Krijgsgevangenen spelen kaartspel

27 september 1916 woensdag Sint Niklaas

Mama gaat naar Antwerpen (onderlijnd); operatie Albert goed gelukt.

zie ook http://www.oorlogsdagboek.org

niets overgeschreven uit NRC

No. 252. — 10. September 1916.
Tot oordeelvellen in zake overtredingen van de Verordeningen van 9 Augustus 1916 betreffend beperkt gebruik van vlees en vet (Wet- en Verordeningsblad hl. 2495), van 9 Augustus 1916 betreffend beperkt gebruik van room” (Wet- en Verordeningsblad bl. 2497), evenals van 22 Augustus 1916 betreffend regeling van den handel in boter (Wet- en Verordeningsblad hl. 2559), is voor het Gebied der Kommandantur Maubeuge de Franse rechtbank te Maubeuge bevoegd.
Brussel, den 2n September 1916

No. 253. — 13. SEPTEMBER 1916.
Verordening over de liquidatie van Britse ondernemingen.
§ 1. De liquidatie kan bevolen worden van al de ondernemingen wier kapitaal voor het merendeel aan Britse onderdanen toebehoort, of wier leiding of bewaking thans haar zetel op Brits gebied heeft of waarvan dit tot hij het uitbreken van den oorlog het geval was. Dit geldt ook voor elke Britse deelneming aan een onderneming. Als ondernemingen in den zin dezer Verordening zijn ook te beschouwen de hulphuizen, agentschappen, pakhuizen, nalatenschappen, onroerende goederen en om het even welke andere goederen.
Zijn bevoegd de liquidatie te bevelen:
1. Het Hoofd van het burgerlijk bestuur (Verwaltungschef) hij den Generalgouverneur in België voor de ondernemingen die in België een nijverheidsbedrijf onderhouden, een warenhandel of verzekeringszaken drijven, evenals voor pakhuizen en onroerende goederen;
2. De algemene Commissaris voor de banken in België (Generalkommissar fur die Banken in Belgien) in de overige gevallen. Het bevel tot liquidatie moet vooraf door mij goedgekeurd worden.

§ 2. De liquidatie moet door een liquidator worden uitgevoerd volgens algemene en bijzondere voorschriften, waarvan ik mij het uitvaardigen voorbehoud.
De liquidator wordt benoemd: door het Hoofd van het burgerlijk bestuur (Verwaltungschef) hij den Generaalgouverneur in België, in de gevallen voorzien onder § 1, lid 2, nr. 1; door den Algemenen Kommissaris voor de Banken in België, in de gevallen voorzien onder § 1, lid 2, nr. 2,

§ 3. De voor een onderneming aangestelde liquidator moet zich in het bezit der onderneming stellen. Hij alleen is bevoegd alle rechtshandelingen voor de onderneming
aan te gaan. Hij kan de onderneming in haar geheel van de hand doen.
De bevoegdheden van den eigenaar der onderneming en van andere personen om rechtshandelingen voor de onderneming aan te gaan, zijn geschorst. Dit geldt ook voor de bevoegdheden van al de lasthebbers.
Wordt voor de Britse deelneming aan een onderneming een liquidator aangesteld, zoo oefent deze alle rechten van den Britsen rechthebbende uit; hij is inzonderheid ook berechtigd, dat aandeel af te staan aan de onderneming zelf of aan derde personen, Gaat het om de deelneming aan een vennootschap onder gemeenschappelijke naam of aan een vennootschap bij wijze van geldschieting, zo kan de liquidator de vennootschap opzeggen, zonder eenige termijn in acht te nemen.
Werd het aandeelrecht in een oorkonde beschreven, zo kan de overheid, die de liquidatie heeft bevolen, de onderneming verplichten de oorkonde die de liquidator als vervallen zal verklaren, door een nieuwe te vervangen.

foto uit illustre 1914 september tot badplaats omgebouwde fabriek

26 september 1916 dinsdag Sint Niklaas

Albert wordt vandaag geoppereerd (dubbel onderlijnd);
allen gaan beêwegen naar Gaverland.

zie ook http://www.oorlogsdagboek.org

overgeschreven uit NRC
19160926 – Combles en Fréguairt aan de Somme door de Fransman bezet, Thiepval en Guendecourt door de Engelsen. 

verordening
No. 252. — 10. SEPTEMBER 1916.
Enig artikel.
Artikel 9 der wet tot regeling van het op Staats- kosten gegeven Hooger Onderwijs van 15. 7. 1849 Word aïs volgt aangevuld:
verdienstelijke mannen, die hunne bezigheid buiten de Universiteit hebben en die tot vertegenwoordiging van enig bijzonder wetenschappelijk vak onder de leerkrachten van een Universiteit worden opgenomen, kunnen tot gewoon ere-professor benoemd worden.
Met deze benoeming verkrijgen zij den rang der gewone professoren en de rechten der docenten.
Hunne wedde wordt, voor elk geval, afzonderlijk bepaald. Zij tellen niet mede in het bij artikel 10 van voormelde wet vastgestelde getal professoren. Tot uifoefening na hunne hoofdbezigheid behoeven zij de bij artikel 12 van bewuste wet voorgeschreven machtiging niet.
A H. Q. den 22n Augustus 1916.

postkaart Gaverland

25 september 1916 maandag Sint Niklaas

Ze verkoopen tegenwoordig soep aan iedereen die er begeert aan 0,12 fr de pint; deze soep wordt gemaakt in de fabriek van den heer P Janssens Hofstraat, t/s door den heer Landsman.
De soldatenondersteuning aan vrouwen wordt gevestigd in het lokaal Goed Heil Mercatorstraat t/s.
Albert gaat naar Antwerpen met mama om zich te laten opereren in het St. Camillusgasthuis. (onderlijnd)
We betalen voor 100 kg aardappelen 23 franken.

zie ook http://www.oorlogsdagboek.org

overgeschreven uit NRC
19160925 – De Vulcan-pas door de Roumenen hernomen. 
19160925 – Zeppelin aanval op Engeland, Lesboeufs en Morval aan de Somme door den Engelsman bezet, Rancourt door de Fransman genomen.

Vervolg
Verordening *** over den handel in textielgrondstoffen, in half afgewerkte en afgewerkte fabricaten, evenals in hun afvalvoortbrengselen.
§ 4. De aangifte van de stapels naar soort en gewicht voor elke soort, moet ten laatste op 15 September 1916 bij onderstaande kantoren geschieden:
1) wat betreft de goederen aangeduid in § 1 onder 1 en 7: bij de „Rohstoff-Verwaltungsstelle te Brussel, Kunstherlevingslaan, 30,
2) wat betreft de goederen aangeduid in § 1 onder 2, evenals de voorspinsels (wieken, enz.) en de spin en weefafval dier voortbrengselen: bij de „Baumtvollgarn- Abrechnungsstelle te Brussel, Grand Hotel, Anspachlaan, 29,
3) wat betreft de goederen opgesomd in § 1 onder 3, evenals de voorspinsels (wieken, enz.) en spin- en weefafval dier voortbrengselen: bij de „Einkaufsstelle der Kriegswollbedarfs-Aktiengesellschaft, Garnabteilung”, te Brussel, Grand Hotel, Anspachlaan 29,
4) wat betreft de goederen aangeduid in § 1 onder 4 en 5: bij de Zentral-Einkaufsgesellschaft fur Belgien, Abteilung Bindegarne’, te Brussel, Jonkheerstraat, 2-4.
5) wat betreft de goederen opgesomd in § 1 onder 6 en 8: bij de op grond van nummers 1-4 van dezen paragraaf (§ 1) bevoegde kantoren en vennootschappen voor de overeenstemmende garens en weefsels. De aangifte moet, onder bijvoeging van een staal voor elke soort, schriftelijk worden gedaan, en wel voor voorwerpen aangeduid in § 1 onder nummer 3, op lijsten van aangifte, die te dien einde kosteloos te bekomen zijn bij den bevoegden „Kreischef” (Kommandant, Abschnittskommandeur) Voor de aangifte geldt de stapel, zoals bij op den proefdag was.

§ 5. De kantoren en vennootschappen, vermeld in § A hebben het recht, de overeenkomstig § 1 aan te geven stapels op te kopen. Zover geen ondershandse aankoop, op grond van de overeenkomstig § 6 te berekenen prijzen tot stand komt, mag het Generalgouvernement Sektion K. R., op voorstel van voormelde kantoren en vennootschappen, de betreffende goederen onteigenen ten bate dier kantoren en vennootschappen.

§ 6. Bij onderhandsen aankoop dient de prijs, die in België voor 25 Juni 1914 voor soortgelijke goederen aïs verkoopprijs van den fabrikant in den handel gold, tot grondslag; bij dezen prijs komt een bijslag van 30 tot 60 %. Voor de ondershands gekochte goederen, is bij de levering voor afval 50 %, voor andere goederen 75 % van den vastgestelde prijs te betalen; het overige bedrag wordt na het onderzoek der goederen voldaan.
In geval de goederen onteigend worden, ontvangt de leveraar een opeisingsbekentenis (Beitreibungsanerkenntnis), waarin hoeveelheid, aard en waarde der goederen sijn aangegeven. De „Reichsentschâdigimgskommission* beslist overeenkomstig de bestaande grondregels over de schadeloosstelling,

§ 7. Van den verkoop overeenkomstig § 5, aan de aldaar genoemde kantoren en vennootschappen afgezien, mag voorlopig tot op 15 Oktober 1916 slechts het tiende deel van de aan te geven stapels vervreemd of verwerkt worden. Voor het overige mogen soortgelijke goederen nog vervreemd, noch verwerkt worden; onder verwerken is in den zin van dit voorschrift inzonderheid te verstaan: het spinnen, twijnen, verven, weven, breien en vlechten.

§ 8. De bezitters van overeenkomstig § 1 aan te geven voorwerpen zijn verplicht, deze voorhands te bewaren en met de nodige zorgen te behandelen. Afgezien van de uitzonderingsbepaling van § 7, le zin, is elke bezitsverandering van de aan te geven voorwerpen eveneens verboden.
§ 9. Wie de voorschriften van deze Verordening opzettelijk of uit grove nalatigheid overtreedt, wordt gestraft met ten hoogste 1 jaar gevangenis en met ten hoogste 20.000 mark boete, of met een van beide straffen, zover de algemene strafwet geen zwaardere straffen voorziet. Daarenboven kan de verbeurdverklaring der voorwerpen, waarop de strafbare handeling betrekking heeft, ten bate van de in § 4 genoemde kantoren en vennootschappen uitgesproken worden; bij opzettelijke overtredingen van deze Verordening moet de verbeurdverklaring worden uitgesproken. De poging tot overtreding is strafbaar.

§ 10. De Duitse krijgsrechtbanken en krijgsoverheden zijn tot oordeelvellen bevoegd. § 11. De voorschriften van artikelen 5, 6, 7, 8 en 9, lid 1, 2e zin, van deze Verordening zijn niet toepasselijk op goederen, waarvan bewezen kan worden, dut zij op den proefdag, het eigendom waren van de “Commission for Relief in Belgium” of van het “Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit” Brussel, den 22n Augustus 1916.
C. C. IV A 11972.
 
afbeelding ergens van internet Antwerpen Sint Camillus

24 september 1916 zondag. Sint Niklaas

Geen nieuws.

zie ook http://www.oorlogsdagboek.org

door Raphaël overgeschreven uit NRC
19160924 – 2 Zeppelins boven Londen (Essex) neêrgeschoten en vernield. 

No. 252. — 10. SEPTEMBER 1916.

Verordening *** over den handel in textielgrondstoffen, in half afgewerkte en afgewerkte fabricaten, evenals in hun afvalvoortbrengselen.

§ 1. De stapels voorwerpen van hieronder aangeduide soort, die op 12 september 1916 (proefdag) in het gebied van het Generalgouvernement voorhanden zijn, moeten overeenkomstig de volgende bepalingen worden aangegeven, namelijk:
1) katoen, kunstkatoen, jute en hennep,
2) katoenen, kunstkatoen, kunstzijden en alle andere met deze stoffen gemengde of getwijnde garens,
3) zuiverwollen en halfwollen garens, evenals alle met wol van mn ’t even welke soort gemengde of getwijnde garens,
4) bindgaren, bindtouwen en koorden,
5)oude en nieuwe touwen en kabels,
6) voorspinsels (wieken, enz.) van de onder 1-5 aangeduide voortbrengselen,
7) poetskatoen,
8) spin- en weefafval van de onder 1-5 aangeduide voortbrengselen.

§ 2. Alle natuurlijke en rechtspersonen, privant of openbaar rechtelijke vennootschappen, lichamen en verenigingen, die op 12 september 1916 (proefdag) voorwerpen van de in § 1 aangeduide soort in bewaring hebben, zijn verplicht daarvan aangifte te doen. In geval zulke voorwerpen niet bij den eigenaar in bewaring liggen, moeten zij zowel door den eigenaar als door den persoon, bij wien ze in bewaring zijn (pakhuishouder, expéditeur, enz.), aangegeven worden. Verder is ieder, die na den proefdag aan te geven voorwerpen in bewaring ontvangt, welke reeds voor dien dag aan zijn adres waren verzonden, verplicht aangifte te doen. Twijfelt iemand of zijn goederen al dan niet aan te geven zijn, zoo moet hij ze aangeven.

§ 3. Is niet verplicht aangifte te doen:
1) wat betreft de voorwerpen aangeduid in § I onder 2 en 3: wie van één soort en kleur dier voorwerpen niet meer dan 5 kgr. in bewaring heeft,
2) wat betreft de voorwerpen aangeduid in § 1 onder 1, 6 en 7: wie van één soort dier voorwerpen niet meer dan 25 kgr. in bewaring heeft,
3) wat betreft de voorwerpen aangeduid in § 1 onder 4: wie van één soort dier voorwerpen niet meer dan 300 kgr. in bewaring heeft,
4) wat betreft de voorwerpen aangeduid in § 1 onder 5: wie van één soort wier goederen niet meer dan 600 kgr. in bewaring heeft, alsook wie zulke voorwerpen in zijn nijverheidsbedrijf gebruikt, zover zij tot het in stand houden van zijn nijverheidsbedrijf vereist zijn.

Brussel magazijn komiteit versierd met leveringszakken waar naam milde gever op vermeld staat

23 september zaterdag Sint Niklaas

Door de Heimolen- Wever – en Potaerdestraat is het verkeer voor de burgers van Sint Niklaas verboden. ( Deze straten palen aan het Etappengebied en deze maatregel is genomen om het smokkelen te beletten).
Dan van dezen avond af moeten alle lichten worden gedoofd op de straat (lantaarns enz) en binnehuis (étalages, cafés, enz); dit op order van den Duitscher om het gevaar voor vliegmachines te beperken. Overtredingen worden tot 1000 Mark boete bestraft.
Leonie Lentacker verdient deze week 3,50 fr op de fabriek.
N’en Zeppelin passeert hier dezen avond boven de stad om 6 U.B.T. hij vloog op enkel honderden meters hoogte.

zie ook http://www.oorlogsdagboek.org

niets overgeschreven uit NRC

vervolg verordening
§ 2. Bij onderhandsen aankoop dient de prijs, die in België voor 25 Juli 1914 voor soortgelijk goederen als verkoopprijs van den fabrikant in den handel gold, tot grondslag: bij dezen prijs komt een bijslag van 20 tot 45 %. Voor de onderhands gekochte goederen is bij de levering 50 % van den vastgestelden prijs te
bepalen; de andere helft wordt na het onderzoek der goederen voldaan. In geval de goederen onteigend worden, ontvangt de leveraar een opeisingsbekentenis (Beitreibungsanerkenntnis) , waarin hoeveelheid, aard en waarde der goederen zijn aangegeven. De „Reichsentschadigungs- kommission’ beslist overeenkomstig de bestaande grondregels over de schadeloosstelling
.
§ 3. Wordt gestraft met ten hoogste 1 jaar gevangenis en met ten hoogste 20 000 mark boete of met een dezer beide straffen zover de algemene strafwet geen zwaardere straffen voorziet:
1. Wie weigert onteigende voorwerpen af te leveren, of ze op verlangen van den verwerver te brengen of te verzenden,
2. Wie onbevoegd een in beslag genomen voorwerp verwijdert, beschadigt of vernielt, verkoopt of koopt of het op enige andere wijze uit winstbejag van de hand doet of verwerft. De Duitse krijgsrechtbanken en krijgsbevelhebbers zijn tot oordeelvellen bevoegd.

§ 4. De bepalingen dezer Verordening zijn niet toepasselijk op goederen, waarvan bewezen kan worden, dat zij op den proefdag, vastgesteld bij verordening van 19 Jul 1916 over de stapelopneming van weefsels, afgemaakte en gebreide goederen en van lintwaren in België (Wet- en Verordeningsblad, nr. 239 “van 31 Juli 1916) het eigendom uitmaakten van de Commission for Relief in Belgium of van het Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit, of waarvan bewezen kan worden, dat zij na dien proefdag door deze laatsten uit het buitenland zijn ingevoerd.
Brussel, den 19n Juli 1916.
C. C. IV. A. 9279

afbeelding uit la Baïonnette dubbele pagina niet toegelaten door censuur…..

22 september 1916 vrijdag. Sint Niklaas

Mama en Albert gaan naar Antwerpen om met de dokter akkoord te maken (onderlijnd)
(300 fr: voor de operatie,- 5,00 fr per dag voor de kamer in ’t gesticht plus de kosten voor verbanden, medecijnen, operatieplaats enz)

zie ook http://www.oorlogsdagboek.org

overgeschreven uit NRC
19160922 – De Fransche duikboot Fouche in de Middelandsche zee door bommen uit een Oostenrijks vliegmachine geworpen gezonken. 
19160922 – De Vulcan pas aan de Roumeensche grenzen door de Duitsers genomen. 
19160922 – Portugeesche troepen rukken Oost Afrika binnen. 
No. 252. — 10. SEPTEMBER 1916.
***
De met drie sterretjes gemerkte Verordeningen worden ook door middel van aanplakbrieven bekend gemaakt. Alle andere Verordeningen moeten door de gemeente-overheid volgens de gebruikelijke wijze van bekendmaken vooral aan de belanghebbenden medegedeeld worden.
Verordening *** over den handel în weefsels, gemaakte en gebreide goederen, en lintwaren in België.

§ 1. Het „Militàrisches Textil-Beschaffungsamt te Brussel heeft het recht, zich 75 % aan te schaffen van de goederen, bedoeld onder § 1 der Verordening van 19 Juli 1916 over de stapelopneming van weefsels, gemaakte en gebreide goederen en van lintwaren in België (Wet- en Verordeningsblad nr. 239), en voorhanden bij personen, die gehouden zijn er aangifte van te doen. In geval geen onderhandse verkoop, op grond van de overeenkomstig § 2 te berekenen prijzen, tot stand komt, mag het, Militarisches Textil-Beschaffungsamt te Brussel de betreffende goederen onteigenen. Bit recht geldt enkel voor de goederen, opgesomd in de 8 volgende categorieën, zover het Militarisches Textil-Beschaffîingsamt te Brussel, het billijk oordeelt bedoelde goederen tegen lagere dan bij de betreffende nummers aangegeven prijzen et berekenen:

1. Herenstoffen, zover de prijs van den handel in ’t groot, hij ongeveer 140 centimeter stofbreedte, meer dan 14 mark per meter bedraagt.
2. Witgoed, zover de prijs van den handel in ’t groot, hij ongeveer 80 centimeter stofbreedte meer dan 2 mark per meter en voor halflinnen en heellinnen stoffen, bij ongeveer 80 centimeter stofbreedte, meer dan 3 mark per meter bedraagt.
3. Heel wollen beddedekens, zover de prijs van den handel in het groot meer dan 30 mark per stuk bedraagt.
4. Gemaakte dag- en nachthemden voor heren, zover de prijs van den handel in het groot meer dan 7 mark per stuk bedraagt.
5. Wollen stoffen voor vrouwenkleding en -mantels, zover de prijs van den handel in ’t groot, bij ongeveer 130 centimeter stofbreedte, meer dan 10 mark per meter bedraagt.
6. Katoenen, eenkleurige of veelkleurige weefstoffen voor klederen en schorten, zover de prijs van den handel in ’t groot, bij ongeveer 90 centimeter stofbreedte, meer dan 3 mark per meter bedraagt.
7. Katoenen, met borduursel versierde stoffen voor klederen en schorten, zover de prijs van den handel in ’t groot, bij ongeveer 90 centimeter stofbreedte, meer dan 6 mark per meter bedraagt.
8. Bedrukte katoenen kledingstoffen, zover de prijs van den handel in ’t groot, bij ongeveer 90 centimeter stofbreedte, meer dan 2 mark per meter bedraagt. Waar in vorenstaande lijst prijzen voor bepaalde breedteafmetingen der stoffen als grens aangegeven zijn, moet de prijs bij andere stofbreedte overeenkomstig hoger of lager berekend worden. Wordt op de prijzen een afslag toegestaan, dan gelden de prijzen waarvan de afslag afgetrokken is.

afbeelding Stuivenberg ergens van internet, nergens staat vermeld welk ziekenhuis het is zal het toch eens proberen uit te vissen…

21 september 1916 donderdag Sint Niklaas

Ons rantsoen brood wordt vermindert op 325 gram per dag, het brood kost tegenwoordig 44 centiemen de kilogram.
We hebben een natte zomer gehad, de oogst is tamelijk goed gelukt; De Herfst begint vandaag.

zie ook: http://www.oorlogsdagboek.org

overgeschreven uit NRC
19160921 – Na 7 maanden om Verdun te hebben gevochten geeft de Duitser de strijd op. 

No. 251. — 7. september 1916.
De Franse vertaling van de Verordening van lA Juli 1916, C. C. VII. 6390, van den heer Generaalgouverneur, betreffend de inbeslagneming en benutting van suikerijwortels (Wet- en Verordeningsblad, bl. 2409), is met het oog op de vakwoorden herzien geworden. Hier volgt de herziene Franse vertaling van bedoelde Verordening.

No. 251. — 7. september 1916.

Verordening over den handel in ontplofbare stoffen.

Art. 1. De Duitse mijnbeheren (Bergverwaltungen) te Luik, Charleroi, en Bergen zijn bevoegd ontplofbare stoffen en ontstekingsmiddelen (gewone ontstekers, elektrische zunders, lonten, enz.) af te leveren voor private doeleinden; het Duits mijnbeheer te Luth heeft deze bevoegdheid voor de provinciën Luik, Limburg en Antwerpen; het Duits mijnbeheer te Charleroi voor de provincie Namen, het Zuidoostelijk gedeelte der provincie Henegouw, waarvan het Hoofd van het burgerlijk bestuur (Verwaltungschef) de grenzen nader zal bepalen, en het tot de rechterlijke arrondissementen Nijvel en Leuven behorend gedeelte der provincie Brabant; het Duits mijnbeheer te Bergen voor het Noordwestelijk gedeelte der provincie Henegouw en het tot het rechterlijk arrondissement Brussel behorend gedeelte der Provincie Brabant Aanvragen om levering van ontplofbare stoffen en ontstekingsmiddelen moeten schriftelijk, met aangifte van het doeleinde, van de bewaarplaats en van de met de bewaring en aanwending belasten persoon, tot het bevoegd mijnbeheer gericht worden.

Art. 2. De Duitse mijnbeheren stellen den belanghebbenden met de afgifte van ontplofbare stoffen en ontstekingsmiddelen de bij artikel 1 der Verordening van 1 oktober 1915 over het verschuilen van ontplofstoffen (Wet- en Verordeningsblad nr. 125) vereiste schriftelijke toelating ter hand. Zij kunnen terzelfder tijd ook aanwijzingen geven voor het bewaren en aanwenden der ontplofbare stoffen en ontstekingsmiddelen.

Art. 3. Ontplofbare stoffen en ontstekingsmiddelen in het bezit van partikulieren, mogen alleen in bergplaatsen bewaard worden, die op grond van het koninklijk besluit van 29 oktober 1894, door de bevoegde Belgische overheid zijn goedgekeurd en bij het Duitse mijnbeheer werden aangegeven.
De Duitse mijnbeheren kunnen uitzonderingen toestaan. Vroegere toegestane uitzonderingen zijn van 20 september 1916 af niet meer geldig. Aanvragen om vernieuwing moeten onmiddellijk ingediend worden.

Art. 4. De bergplaatsbezitter moet zorg dragen voor de veilige bewaring, inzonderheid voor den ordelijken toestand en de sluiting der bergplaats, voor het houden van een stapelboek volgens bijgaand model en voor het doelmatig gebruik van de ontplofbare stoffen en ontstekingsmiddelen. Het stapelboek met den vanwege de bevoegde krijgsoverheid of het Duitse mijnbeheer aangestelde personen op verzoek voorgelegd worden.

Art. 5. Zijn er tekens voorhanden, dat het slot ener bergplaats beschadigd, dat de veilige bewaring in gevaar of dat ontplofbare stof ontvreemd is, zo moet de bergplaatsbezitter onmiddellijk den naastbijzijnden krijgsbevelhebber daarvan kennis geven.

Art. 6. Met ten hoogste 5 jaar gevangenis en ten hoogste 20.000 mark boete of met één van beide straffen wordt gestraft; al wie de voorschriften onder artikelen 3, 4 en 5 of de door het Duits mijnbeheer, krachtens artikel 2, lid 2, dezer Verordening gegeven bevelen overtreedt. Bevoegd tot oordeelvellen zijn de krijgsbevelhebbers en krijgsrechtbanken. Brussel, den 30n Augustus 1916.
G. G. J. I. 8034 16.

afbeelding uit l’illustration pagina 302 25 maart 1916