5 Mei 1917 zaterdag Sint Niklaas


We koopen kolen tegen 100 fr: de 1000 kg; en rijst tegen 12 fr. de kgr.

zie ook Oorlogsdagboeken Rafael Waterschoot wereldoorlog 1914 1918
tot en met 05-05-1917 geen nieuws overgeschreven uit NRC
geen nieuwe affiches uit de collectie KOKW

No. 341. – 5. MAI 1917.
Bekendmaking. ***
A. Het is aan de bevolking verboden :
1. Een geland luchtvaartuig van een met het Duits Rijk in oorlogstoestand zijnde natie te naderen ;
2. De bemanning van een geland luchtvaartuig op enigerlei wijze behulpzaam te zijn, tenzij bij de redding wanneer ze in ernstig levensgevaar verkeert ;
3. Zich voorwerpen van om het even welken aard toe te eigenen, die uit luchtvaartuigen naar beneden geworpen zijn;
4. In welken vorm ook tekens te geven aan de bemanning van vijandelijke luchtvaartuigen.
B. De bevolking is verplicht :
Ingeval een vijandelijk luchtvaartuig geland is of ingeval voorwerpen gevonden worden, die uit een dergelijk toestel naar beneden geworpen zijn, onverwijld den burgemeester van de naast bij gelegen gemeente en den eerst te bereiken soldaat daarvan kennis te geven. De burgemeester moet de ontvangen mededeling onmiddellijk overmaken aan den eerst te bereiken militairen post.
C. Overtredingen van de hiervoren opgesomde verbodsbepalingen en bevelen worden met ten hoogste 3 jaar gevangenis of met ten hoogste 10,000 mark boete gestraft, Beide straffen kunnen ook te gelijk worden uitgesproken. Is er krijgsverraad begaan, zoo kan de overtreding krachtens de strafbepalingen die voor krijgsverraad toepasselijk zijn, met de doodstraf of met dwangarbeid gestraft worden. De krijgsrechtbanken en de krijgsbevelhebbers zijn tot oordeelvellen bevoegd.
Bovendien blijft het recht voorbehouden de schuldige gemeenten een aanzienlijke krijgsbelasting op te leggen.
Brussel, den 26n april 1917.
No. 342. – 5. MAI 1917.
Bekendmaking. ***
Op grond mijner Verordening van 8 Juli 1916 betreffende de Oogstkommissies evenals der uitvoeringsbepalingen van 8 Juli 1916 tot deze Verordening, héb ik, op voorstel der Centrale Oogstcommissie {Zentral-Emie-Kommission), de hoogste prijzen voor den verkoop van gedorst koren, meel en brood voorshands als volgt vastgesteld : voor tarwe uit stapelplaats of molen geleverd frank 49.88 per 100 kgr.
rogge uit stapelplaats of molen geleverd
masteluin uit stapelplaats of molen geleverd
ongepelde spelt uit stapelplaats of molen geleverd
tarwemeel aan bakkers of verbruikers geleverd
roggemeel aan bakkers of verbruikers geleverd
masteluinmeel aan bakkers of verbruikers geleverd
tarwebrood aan verbruikers geleverd
Deze hoogste prijzen worden op 15 mei 1917 van kracht.
De Provinciale Oogstcommissies {Provinzial Ernte- Kommissionen) zijn bevoegd, voor de omschrijving van afzonderlijke gemeenten, op verzoek of na raadpleging van de burgemeesters, telkens een lageren hoogsten prijs voor brood, tot het bereiden waarvan roggemeel wordt gebruikt, vast te stellen.
Voor den verkoop van koren door de voortbrengers aan het Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit, blijven de hoogste prijzen, vastgesteld in de uitvoeringsbepalingen tot de Verordening van 8 Juli 1916, betreffende de Oogstcommissies, van kracht.
Brussel, 27 april 1917

No. 343. – 5. MAI 1911.
Verordening
betreffende het dragen van kentekens in de scholen.
Art 1. Belgische kentekens of kentekens van andere met het Duitse Rijk of met dezes bondgenoten in oorlog zijnde landen {vaandels, behangsels, linten, strikken, penningen en dergelijke) mogen noch in de schoollokalen aangebracht, noch door leden van het onderwijzend personeel of van het toezichtpersoneel, noch door scholieren of scholierster in de school zelve of ter gelegenheid van door de school ingerichte feesten, uitstappen, enz. gedragen worden.

Art. 2. Leden van het onderwijzend personeel, schoolhoofden en schoolopzieners, die overtredingen van het verbod vervat in artikel 1 dulden, begunstigen, er aanleiding toe geven, of zelf zulke overtredingen begaan, worden met ten hoogste 1500 mark boete oj met ten hoogste 6 maanden gevangenis gestraft.

Art. 3. De Duitse overheden zijn bevoegd de lokalen i van cd de in België bestaande scholen te betreden, om overtredingen van het verbod vervat in artikel 1 te verhinderen en \ om de onder artikel 2 aangeduide strafbare handelingen  voor te stellen ; zij zijn om dezelfde redenen eveneens bevoegd het onderwijs, alsmede de feesten, uitstappen. enz., door de scholen ingericht, te bewaken.

Art. 4. Wie de onderzoekingen naar de onder artikel 2 ‘ aangeduide strafbare handelingen of de op grond van artikel 3 bevolen bewakingsmaatregelen bemoeilijkt of verhindert, wordt met ten hoogste 1500 mark boete of met ten hoogste 6 maanden gevangenis gestraft.

Art. 5. De krijgsbevelhebbers en de krijgsrechtbanken zijn bevoegd de in artikelen 2 en 4 aangeduide strafbare handelingen te vonnissen.
Brussel, 26 april 1917. 

No. 342. – 5. MAI 1917. 117
Verordening.
Enig Artikel. Tot pandbeleggingen van om het even welke soort beslag bij uitvoering, beslag onder derden, en vertogen tot faillissement-verklaringen van vermogens, die krachtens de Verordeningen van 17 februari 1915 en van 18 februari 1916 {Wet- en Verordeningsblad voor de bezette streken van België, nr 41 en 181) onder dwangbeheer zijn geplaatst alsook van ondernemingen, voor dewelke op grond der Verordening van 26 november 1914, Hoofdstuk VI (Wet en Verordeningsblad voor de bezette streken van België, nr 16) een vertegenwoordiger is aangesteld, mag slechts overgegaan worden met de toelating van de Duitse overheid, die het dwangbeheer of de vertegenwoordiging bevolen heeft.
Brussel, 26 april 1917.

No. 342. – 5. MAI 1917.
Bekendmaking.
betreffende de liquidatie van Britse ondernemingen* Met toestemming van den heer Generaalgouverneur in België, heb ik, overeenkomstig de Verordening van 29 Augustus 1916, over de liquidatie van Britse ondernemingen (Wet- en Verordeningsblad voor de bezette streken van België Nr. 253 van 13 september 1916), de liquidatie bevolen van het in België voorhanden zijnde vermogen van het huis : „Liebig Extract of Méat Cy, Ltd. of London’
De heer Dr. Lappenberg, Meir 14, te Antwerpen, is tot likwidator benoemd. De likwidator verstrekt nadere inlichtingen.
Brussel, 29 april 1917,
C. C. IV A 14188.
No. 342. – 5. MAI 1917.
Bekendmaking. ***
Wie zich schuldig maakt aan onveroorloofden doorvoer van goederen door den elektrische draad wordt, onverminderd de gerechtelijke vervolging wegens verspieding, met gevangenisstraf van 2 maanden tot 5 jaar en met ten hoogste 10.000 mark boete, of met één dezer beide straffen gestraft, Wie aan den elektrische draad of in de grenshavens onveroorloofd doorgevoerde goederen in ontvangst neemt of handel in drijft, wordt met dezelfde straf gestraft. In ieder geval zal de verbeurdverklaring van de doorgevoerde goederen uitgesproken worden.
De krijgsrechtbanken en de krijgsbevelhebbers zijn tot oordeelvellen bevoegd.
Brussel, 30 april 1917.

het DELVILLE bos 100 jaar later